8. De dag des oordeels

Gepubliceerd op 17 november 2019 om 12:00

Zwevend in een roze wereld. Ik zweef omhoog uit een diepe roze kuil, omhoog, omhoog en steeds hoger. Er lijkt geen einde te komen aan deze verticale roze grot. Ik zweef en zweef. Bijna ben ik bij het einde...nog een klein stukje...ja, ik zie het laatste stukje naderen. Plof. Ik ben er en land met een harde onhoorbare doffe klap terug in de werkelijkheid. Ik open mijn ogen en ik lig in bed. Papa zit naast mij. Ik hoor piepjes afkomstig van apparatuur naast mijn bed. Voorzichtig probeer ik omhoog te komen. Ai dat doet zeer aan mijn knie. Ik kijk naar mijn knie en zie een groot verband van waaruit een slangetje tevoorschijn komt. Het slangetje eindigt in een glazen flesje dat aan mijn bed hangt. Wat is dat nou weer? Ik zie dat er bloed door het slangetje gaat. Het flesje zit al halfvol. Ik laat me weer naar achteren zakken want ik voel me enorm slaperig. Papa ziet dat ik wakker ben en aait over mijn hand. "Gaat het", vraagt hij. Ik knik zachtjes met mijn hoofd. 

Langzaam kan ik weer denken. Ik ben geopereerd, schiet er door mijn hoofd. Nu weet ik het weer! Is het nu al klaar? Voor mijn gevoel waren we zojuist nog op de kamer waar ik in slaap gebracht werd. Papa beaamt mij dat we al klaar zijn. Godzijdank, dat viel mij mee. Zo snel. Na een uurtje kan ik wat rechter op zitten en ik kijk verbaasd om me heen. Er liggen veel kinderen op deze zaal. Veel van hen slapen nog en een aantal hangen boven een ijzeren bak. Wat is er met hen aan de hand? Ze zijn aan het overgeven zie ik. Ze huilen een beetje en spugen in het ijzeren bakje. Ik voel me helemaal niet ziek. Ik voel alleen een beetje pijn aan mijn knie en ik ben slaperig. "Pap? kun je even mijn toilettas aangeven? Dan kan ik even mijn haren borstelen, ze zullen wel klitten nu ik zo lang in bed heb gelegen." Mijn vader moet een beetje lachen zie ik. Hij geeft mijn borstel en ik ga rechtop in bed zitten. Ik borstel mijn haren en kwebbel zachtjes tegen mijn vader terwijl om mij heen de kinderen nog steeds aan het spugen zijn. Ik vind het een naar gezicht. Papa zegt dat dat door de narcose kan komen. Daar kun je misselijk van worden. Hopelijk word ik niet misselijk want ik vind het vreselijk om te moeten spugen. Gelukkig heb ik nu nergens last van.

 

Het is laat in de middag. Ik ben weer terug op de kamer. De operatie was vanmorgen en alles is goed gegaan. Geen misselijkheid, geen rare dingen, dus ik mocht weer terug naar de zaal.                                                                                             

Het is rumoerig op de zaal. Iedereen is door elkaar aan het praten en lachen. Het is etenstijd. Er wordt een bord eten voor mij neergezet maar ik heb geen trek. Ik kan er maar niet aan wennen dat we in dit ziekenhuis 's middags warm eten en 's avonds brood.

De pijn in mijn knie word erger, en ik voel mij rillerig. Ik val de hele tijd nog in slaap maar schrik dan weer wakker door de kinderen om mij heen. Tanja vraagt waarom ik niet wil eten, en of ik na het eten mee tv ga kijken, enzovoort. Ze stopt maar niet met praten en vragen stellen. Ik word er zo moe van. Ik sluit mijn ogen en probeer weer te slapen. Het licht op de zaal is fel. Gordijnen om het bed mee af te schermen zijn hier niet. Na het eten gaat de tv op de kamer aan. 1 Klein tv-tje op de hoek van een kastje tegenover mijn bed. De hele zaal moet daarop kijken. De kinderen zitten met een stoel rondom de tv. Voor míjn bed dus....Er word een kinderprogramma aangezet. Er word luid gelachen en gepraat. En ik lig daar....heel stilletjes. Ik  voel me van binnen heel rot. Heel alleen en niet begrepen. Waarom zegt niemand tegen de kinderen dat ze wat stiller moeten zijn? Ik heb pijn. Dan doe ik iets wat mij de rest van mijn leven geholpen heeft in het ziekenhuis.   

Ik trek een denkbeeldig schild om me heen en sluit me af voor mijn omgeving. Ik kan alles om me heen niet meer verdragen en trek me terug in mijn eigen cocon. Laat mij maar gaan. Laat mij maar in mijn eigen wereld zijn. Het is de enige manier om nu de pijn en vermoeidheid te verdragen. Ik sluit mijn ogen en laat me weg zinken in een denkbeeldig zwart gat. Tanja stelt weer een vraag aan mij maar ik geef geen antwoord meer. Ik ben er gewoon even niet meer, en het kan me niks schelen wat een ander er van denkt. Langzaam verdwijn ik in mijn eigen hoofd. Daar ben ik helder en daar kan ik denken en zijn wie ik wil zijn. Daar voel ik even mijn lichaam niet meer. Daar ben ik eindelijk even alleen...

 

Het is een dag later....ik voel mij niet lekker en heb koorts. 38,6 Geeft de thermometer aan. De verpleegster zegt mij dat het wel vaker voor komt dat je na een operatie koorts krijgt. Het zal allemaal wel. Ik heb al zoveel te horen gekregen de afgelopen weken dat het me steeds meer gestolen kan worden wat en waarom er iets is. Vandaag hebben mijn ouders een gesprek met dokter Voûte. De uitslag van de biopsie is bekend vertelde de zuster. Mijn ouders gaan eerst samen in gesprek met de dokter, zonder mij. Na de lunch. Papa en mama zijn al bij mij. Het is eigenlijk geen bezoekuur maar omdat ze zo op gesprek moeten, mogen ze even bij mij wachten. Ik zit in bed met mijn eten voor me. De koorts is er nog steeds en daarom voel ik me lusteloos. Ik wil niks. En ik ben een beetje chagrijnig. Papa en mama zijn stilletjes. Ze proberen me op te beuren maar het lukt ze niet. De zuster komt binnen en zegt tegen mijn ouders dat het tijd is. Ze mogen met haar mee lopen naar de dokter. Ze geven mij een kus en zeggen dat ze straks meteen weer terug komen. Ik knik. Ga maar... dan kan ik slapen, denk ik alleen maar. Langzaam zak ik weer in mijn eigen eenzame donkere cocon met om mij heen het geroezemoes van het bezoek dat langzaam binnen stroomt. 

Het kriebelt op mijn hand, ik open mijn ogen en kijk mijn vader recht in zijn gezicht. Hij hangt voorover en geeft me een kus. Zijn hand ligt op de mijne. "Hey", zegt hij. "Ben je wakker? " Ik ga wat rechterop zitten en ik kijk hem aan. Ik bestudeer zijn gezicht. Zie ik tranen? Heeft hij gehuild? Ja, ik weet het zeker. Maar ik zie ook een bepaalde rust op zijn gezicht. Een soort vechtlust? "We weten de uitslag van de biopsie", zegt hij. "En? Weten ze nu eindelijk wat we er aan kunnen gaan doen? " vraag  ik. Papa vraagt van wie ik de uitslag wil horen, van hem of van de dokter? En waar is mama eigenlijk? Ik zie haar niet? Het geeft me een onveilig gevoel en in mijn buik borrelt het wantrouwen en de onmacht weer omhoog. Het liefst vlucht ik mijn cocon weer in. Mijn veilige hoofd in. "Liset? Van wie wil je de uitslag horen?" "Van jou papa....alleen van jou".                                                                                                                                         

"We gaan even ergens anders heen", zegt hij. Hij haalt mijn bed van de rem af en begint aan mijn bed te sjorren. "Wat ga je doen? " vraagt Tanja met luide stem. "Eindelijk krijg ik de uitslag en weet ik wat we gaan doen", zeg ik bijna vrolijk.    Papa duwt mijn bed de zaal af en Tanja wenst me succes. Ik zwaai naar haar en voel me opgelucht. De ellende lijkt nu bijna voorbij. We rijden de gang op en ik vind het fijn. Eindelijk zie ik weer eens iets anders dan de zaal. Het flesje met bloed dat aan mijn bed hangt rammelt tegen de ijzeren stangen van het bed. Ineens staan we voor een deur. Papa opent de deur en rijd het bed naar binnen. Er is niemand binnen. Dit verbaasde mij. Wat doen we hier? Papa zegt tegen me dat hij graag even in alle rust wil praten. Mijn koortshoofd bonkt een beetje en mijn oren suizen. Ik voel mij een beetje zenuwachtig. Papa gaat naast mijn bed zitten en schraapt zijn keel; "ik moet je iets vertellen...... Je hebt geen ontsteking in je knie.

Je hebt kanker. Botkanker in je knie."

Tanja had dus gelijk...geen moment had ik dát verwacht. Ik voel.....niks. Door alles wat er gebeurd is de laatste weken ben ik een beetje afgevlakt. Tel daar alle nare verhalen van Tanja en de onderzoeken bij op en je krijgt een afgevlakte Liset.

"Botkanker", ik herhaal het een paar keer en dan komen de vragen; dus ik heb geen ontsteking? Maar alleen oma's en opa's krijgen toch kanker? Wat gaan ze nu doen? Moet mijn been er ook af, net als bij Tanja? Papa slikt zichtbaar en moet een beetje huilen, hij geeft mij zo goed als hij kan mijn antwoorden. Hij vertelt mij ook dat we gaan beginnen met chemotherapie, medicijnen die de kanker kunnen laten verdwijnen en dat ik daar kaal van kán worden.

"Word ik kaal?? ", mijn ogen vullen zich met tranen. "Dát wil ik niet papa!" Ik moet huilen. Papa sust me en zegt tegen me dat het niet zeker is dat ik kaal wordt maar dat het kán gebeuren. "Groeit het daarna weer aan?" vraag ik met een rood behuild en koortsig hoofd. Papa knikt geruststellend. Hij verteld mij ook dat ik ziek kán worden van de chemotherapie. "Moet ik dan spugen?" vraag ik hem. Dat kán, maar is niet zeker. Hij verteld mij ook dat de dokter eerst wil afwachten of de chemotherapie goed gaat werken want daarmee moet mijn dikke knie (de tumor vanaf nu dus) minder dik worden. Daarna gaat de dokter nadenken of mijn been gespaard kan blijven of niet. Niks is zeker. Ik word moe van alle onduidelijkheid. Alles kán en niks is zeker. Wat moet ik hiermee. Er is in ieder geval 1 ding zeker. Kanker. Botkanker in míjn knie....ik zak achterover in mijn kussen en voel mij ineens zo moe. Ik kijk naar mijn knie waar t slangetje uit steekt. "Wanneer beginnen ze met de chemotherapie papa?". "Zo snel als kan, maar eerst moet je koorts weg zijn." "Mag ik dan niet eerst even naar huis?" "Nee, sorry", fluistert papa.                                       

"Pap? Nog 1 vraag....ga ik dood? Net als vaak opa's en oma's dood gaan aan kanker?                                

"Nee....jij gaat niet dood, daar gaan we alles aan doen. Jij bent nog veel te jong om dood te gaan".     

Mijn vragen zijn op, ik ben leeg. En papa ook. Hij is stil en weet niks meer te zeggen. En ik weet niks meer te vragen. "Kunnen we terug gaan pap?". Papa knikt en staat op. Mijn bed gaat weer van de rem en het bed komt weer in beweging. We rijden de gang weer op. Het lijkt alsof ik hier nu anders in bed lig. Dezelfde gang, dezelfde route, dezelfde omgeving. Maar er is iets anders.....ík ben anders. Ik voel me zwaar, bezorgd, en verward. Mijn leven zal vanaf nu altijd anders zijn. Daar ben ik me op dat moment zeer bewust van. Ik kijk omhoog naar papa en ik zie vechtlust in zijn gezicht. Vastberadenheid. Dan voel ik dat ook, neem ik mij voor. Ik word vast niet kaal en mijn been hoeft er vast ook niet af. Ik zal het ze allemaal gaan bewijzen en laten zien. Let maar op. We rijden de zaal in en ik voel me weer wat sterker dan toen we uit het kamertje reden.

Papa moet weg, het bezoekuur is afgelopen. Morgen komt mama mee belooft hij. Ze is nu aan het bellen met oma en familie. Papa vertrekt en ik ben weer alleen. Als iedereen 's avonds in bed ligt vertel ik alles wat papa verteld heeft aan Tanja. Ze begint keihard te huilen. Ik voel wat verzet in mij. Zo gaan we het niet doen bedenk ik mij. Ik zet mijn schouders eronder en we gaan ervoor. Ik troost Tanja en zeg dat het allemaal wel mee zal vallen. Mijn haar valt vast niet uit en ik word misschien helemaal niet ziek van de chemotherapie? Let maar op...

Als Tanja eindelijk uitgehuild is en al lang slaapt lig ik nog op mijn rug te denken...ik voel alles in mijn lijf pijn doen, mijn hoofd bonkt en de koorts loopt weer op. Mijn knie prikt. Mijn hoofd is nu ook geen veilige plek meer want die zit vol. Vol met nare informatie van de hele dag. Huilen kan ik niet. Ik heb het gevoel dat als ik begin met huilen ik niet meer kan stoppen. En ik moet nu sterk zijn neem ik mezelf voor. Sterk voor alles wat nog komen gaat . Langzaam val ik in een onrustige slaap vol nare koortsdromen waar ik elke keer uit wakker schrik. Dromen over kanker en kale hoofden. Over spugen en een been wat eraf moet. 

 

Godzijdank wist ik toen nog niet dat al deze nare dromen stuk voor stuk uit zouden gaan komen. Al deze nachtmerries werden de komende maanden de keiharde realiteit.......©

-griezelfilm-

A.s. zondag om 12.00 uur


«   »

Reactie plaatsen

Reacties

Cathy
3 jaar geleden

Meid wat een ellende, en wat beschrijf je dat goed. Zo jong en dan dit moeten meemaken. Pff

dimphy
3 jaar geleden

Geen woordenπŸ˜­πŸ˜­πŸ’–

Zwannie
3 jaar geleden

πŸ˜₯

Corry
3 jaar geleden

πŸ˜’πŸ˜˜πŸ’‹

Es
3 jaar geleden

((((Hug))))))

Leonie
3 jaar geleden

Wat moet dit moeilijk geweest zijn voor je, ik kan niet meer zeggen als...
😘

Ghislaine
3 jaar geleden

😘😘

Marian
3 jaar geleden

Pffff heftig weer Lysette...😒

Dorien Jonkers
3 jaar geleden

Met tranen in mn ogen lees ik mee, niet gek dat het schrijven van dit deel zoveel bij je los maakt.
Je bent zo alleen.....

Harriette
3 jaar geleden

Pffff, wat komen je verhalen binnen...

Karin
3 jaar geleden

Wat een ellende Lysettte!! Wat hebben jullie allemaal moeten doorstaan 😒😒. Ook zo vreselijk voor je ouders, niet te bevatten in wat voor slechte film je dan terechtgekomen bent.😘😘

Francis
3 jaar geleden

Het blijft boeien, week na week.
Wat kun jij het goed verwoorden.
Chapeau!

Monique
3 jaar geleden

Zo oneerlijk, zo jong en dan al in zo'n nachtmerrie terecht komen. Weg onbezorgde jeugd.
Dikke kus en knuffel lieve Lysette.

Liefs, Monique xxx

Anita
3 jaar geleden

Heel emotioneel. Dit wil niemand meemaken. Denk aan je. Liefs

Jessica Bastiaansen
3 jaar geleden

Ben er stil van πŸ˜₯😘

Oom Jacques
3 jaar geleden

Wat was je flink zo jong