9. Griezelfilm

Gepubliceerd op 24 november 2019 om 12:00

Kanker......botkanker....het lijkt een mantra te zijn wat zich continu in mijn hoofd herhaalt. Bij het wakker worden vanmorgen is het mijn hoofd ingeslopen en het laat me niet meer los. Vannacht was een hele nare nacht. Het nieuws van gisteren is continue aanwezig. Wat ik kan en moet verwachten van de komende tijd weet ik niet. Wat ik wel weet is dat Tanja mij doodsbang heeft gemaakt. Doodsbang voor wat er kan gaan gebeuren. Ik ben stilletjes en in mijzelf gekeerd. Tanja lijkt gisteren weer vergeten en ratelt weer als vanouds. Ze snapt ook niet waarom ik zo stil ben. Van binnen voelt dat zo eenzaam. Ik voel me niet begrepen door haar. We hebben gegeten en de zuster komt mij vertellen dat ik vandaag hier weg moet. Mijn koorts is een stuk minder dus ik moet naar een andere afdeling. Dit is de afdeling chirurgie en ik moet naar de afdeling oncologie. Geen idee wat dat betekent. Ondertussen trekt ze haar handschoenen aan en zegt tegen me dat ze het slangetje uit mijn knie gaat trekken. Voor ik ook maar iets tegen kan sputteren is ze al bezig het verband van mijn knie af te halen. Ze pakt het slangetje vast en trekt met een korte maar ferme ruk de slang uit mijn knie. De tranen springen in mijn ogen. Wat doet dit pijn! Het voelt alsof de slang heel diep in mijn knie zat en helemaal van onderen eruit moest komen. Kon ze mij hier niet even voor voorbereiden?! Ik huil van de pijn en de schrik. De zuster negeert me en loopt weg met de fles met bloed en het slangetje er nog bungelend aan. Het slangetje zat in mijn knie om het wondvocht af te voeren via de fles. Anders zou mijn knie heel erg dik worden. Ik snik zachtjes en draai de deken om mij heen. Er is niemand op de zaal. Iedereen is naar de fysiotherapeut of een andere behandeling. Heel stilletjes, zittend op mijn bed wacht ik tot het bezoekuur begint en papa en mama komen.

Na 10 minuutjes druppelt het bezoek binnen. Vaders, moeders, broers en zussen. In een hele korte tijd is het enorm druk op de zaal. Er rennen kinderen en er word hard gepraat. Mijn tranen heb ik snel gedroogd. Want je word vaak aangestaard door het bezoek. "Wat heeft zij?", hoor ik vaak fluisteren vanaf de stoeltjes naast de andere bedden. Mensen bekijken je ongegeneerd. Alsof ze daar alle recht op hebben.

Papa en mama komen binnen en gaan naast me zitten. "We gaan verhuizen", zegt papa. We pakken je spulletjes even in en gaan dan naar een andere afdeling. "Waarom moet ik weg hier, papa?" Hij vertelt dat ze op de andere afdeling gespecialiseerd zijn in kanker. En dat iedereen met kanker naar die afdeling moet.  Ik knik. 
Ik geloof dat ik het begrijp.

Als mijn spullen gepakt zijn dan haalt papa mijn bed van de rem af. We vertrekken met mij ín het bed. Mijn knie mag niet krom na de operatie. "Dag Tanja", zeg ik. "Ik moet gaan". Ze is druk met haar bezoek en zwaait snel en wenst me succes en dan draait ze zich weer om. Teleurgesteld buig ik mijn hoofd en voel hoe mijn bed in beweging komt. We vertrekken. Op de één of andere vreemde manier had ik het idee dat er een fanfare of iets dergelijks mij uit kwam zwaaien. Maar helaas. Hier blijft het bij. Ik zal het écht allemaal alleen moeten doen besef ik mij. We rijden weer door de gele gangen van het Emma kinderziekenhuis en we stappen de lift in. Althans ik rij de lift in. Ik mag op het knopje drukken en de lift zoeft naar boven. 1 Verdieping hoger dan waar ik zojuist lag. Papa en mama staan achter mijn bed aan mijn hoofdeinde. Het pingeltje van de lift klinkt. We zijn er. De gele liftdeuren openen zich zuchtend en steunend. Heel langzaam krijg ik zicht op de afdeling oncologie.

En wat ik dan zie....blijft mijn hele leven in mijn hoofd gegrift staan.

Als de deuren open gaan lijkt het alsof de tijd even stil staat. Ik zie een klein meisje. Ze heeft een grijs en heel grauw gezicht. Ook heeft ze een kaal hoofd met nog een paar hele lange plukken blond haar op haar hoofd. Ze zit op een fiets en fietst over de gang voorbij de lift waar ik met mijn bed in sta. Ze heeft grote bolle ogen die heel leeg kijken. Ik schat haar een jaar of 7. Achter haar zie ik een jongetje, hij zit op een driewieler. Hij ziet net zo grijs als het meisje. Hij heeft helemaal geen haar meer op zijn hooft. Zijn moeder loopt met hem mee met een lange paal met een glazen fles eraan. Aan de fles zit een slangetje die naar zijn arm gaat. Zijn arm zit vast aan een plankje en daarom heen zit verband. Hij is jonger dan het meisje, een jaar of 3. Wat is dit allemaal! Het lijkt wel een griezelfilm! De kinderen zien er zo anders uit! Ik word er bang van. Mijn bed komt in beweging en ik word de afdeling opgereden. Als ik in de gang sta moet ik even wachten want ik word door papa aangemeld bij hoofdzuster Nelleke. Er is een soort balie in deze gang en iedereen die hier binnen komt moet zich klaarblijkelijk melden hier. Ik kijk om me heen en zie een lange gele gang. Vanaf de balie links is het donker in de gang en zie ik aan elkaar grenzende glazen hokjes net als in het Elisabeth ziekenhuis in Tilburg. Ik zie in een kamer een kind liggen op bed. Het kind ligt heel stil op zijn rug. De oogjes zijn dicht. Ik zie kleine lichtjes knipperen achter het kind en er zitten allerlei slangen aan het kind. Het kindje ligt helemaal alleen en ik zie geen vader of moeder. Zou het kind dood zijn? Zouden ze hier de dode kinderen van het ziekenhuis bewaren? Zou het daarom zo donker zijn daar? Ik ril een beetje.  Vanaf de balie rechts grenzen glazen deuren en ramen. Achter elke deur en raam is een zaal waar wel 10 bedden in staan. Ik kan vanuit mijn bed net zo'n zaal in kijken. Ik zie weer de oude spijlenbedjes waar grote en kleine kinderen in liggen. Bij iedereen staat op het nachtkastje een ijzeren kom en een ijzeren handbel. Net als op de afdeling chirurgie. Waarvoor deze is weet ik niet want ik heb hem nog nooit gebruikt. Achterin de zaal zie ik een kind overgeven in zo'n ijzeren kom. Snel ga ik weer achterover liggen en kijk naar het plafond. Er hangen plastic zonnetjes aan een draadje aan het plafond. De zonnetjes bewegen heel zachtjes. Wat is dit....? Waarom spuugt dat kind? Waarom is iedereen grijs? Waarom is het hier zo stil? De meeste kinderen liggen hier in bed en het is hier ook zo stil. Ik hoor een tv en hoor een stem die ik al vaker heb gehoord. Het journaal staat aan en de vrouw van het journaal leest het nieuws voor. Eén van de ouders zit dan meestal geïnteresseerd te kijken. Papa komt er aan en zegt dat we helemaal naar achteren in de gang gaan en dan de laatste kamer rechts. 
Daar is een kamer voor mij alleen. Als je voor de eerste keer komt dan krijg je altijd een kamer voor jezelf alleen zegt hij. Ik voel verzet als het bed in beweging komt. Ik wil dit niet! Niet hier zijn, niet grijs worden, niet kaal, niet ziek. De kinderen zien er hier uit alsof ze al overleden zijn. Lopende dode kindjes. Zo afschuwelijk! Ik wil weg hier! Alles schreeuwt het uit in mij. Maar ik kan niet lopen, en weet diep van binnen dat weglopen geen optie is. Ik moet toch weer terug naar hier. Anders word ik zeker nooit meer beter. Eenmaal op mijn kamer word ik geïnstalleerd door papa en mama. Mijn knuffels zijn er allemaal. Veel pyjama's legt mama in de kast en mijn wekkertje van thuis heeft ze meegenomen. 

Op mijn nachtkastje staat een klein plantje. Voor de gezelligheid heeft mama gezegd. Het is een kleine orchidee. De rest van mijn leven heb ik orchideeën gehaat! Toen alles op zijn plek stond zaten we elkaar aan te kijken en te wachten. Geen idee waarop. Er kwam geen zuster of dokter en eigenlijk wisten we alle drie niet wat we nu moesten doen. Papa stond op en liep naar de hoofdzuster om te vragen wat de bedoeling nu verder was. Hij kwam terug en vertelde dat we om drie uur aan de beurt waren. "Waarvoor papa?", vroeg ik. Hij ging weer naast me zitten en pakte mijn hand. Hij vertelde me dat ze om 15.00 uur een infuus gingen prikken. "Een wat??", vroeg ik.  "Het moet Liset, het is nodig want de medicijnen gaan erdoor, je hoeft dan geen pilletjes te slikken. Het doet maar heel even pijn. Je krijgt een klein prikje en dan blijft er een klein naaldje achter in je hand. 

Aan dat naaldje komt een slangetje, en dat slangetje loopt naar een fles die aan een hoge paal hangt. Daar zitten de medicijnen in die je beter gaan maken." zegt papa. Ik knik. "Maar het kán ook zijn dat ik NIET kaal word, en NIET misselijk en NIET ziek word, tóch?" Papa knikt. Meer zegt hij niet. Ineens zwaait de deur open en komt er een grote man binnen. Hij heeft een bril op en grijze haren. Hij heeft een glimlach op zijn gezicht en kijkt vriendelijk. Hij loopt meteen naar mij en negeert mijn ouders. Hij geeft mij een stevige hand en knijpt eventjes in mijn wang. "Zo, dus jij bent Liset! Ik heb al veel over je gehoord. Er zit iets in je knie wat er niet hoort. Bij sommige kinderen zeg ik dat er een kikker in hun lijf zit die eruit moet maar ik denk dat jij daar al te groot voor bent." Ik kijk hem met open mond aan. Wie is dit? Snel schud ik mijn hoofd. "Ik ben al bijna 12 en ik heb een tumor in mijn knie en geen kikker. Ik heb kanker", zeg ik. De dokter aait over mijn hoofd en lacht. Ik ben dokter Voûte zegt hij. Ik ga proberen je beter te maken. We gaan er alles aan doen. Zo meteen ga je beginnen met de chemotherapie. Je weet dat je daar heel ziek en kaal van kan worden toch? Ik knik en kijk naar papa. "Maar het kán ook zijn van niet hè?", zeg ik terwijl ik bevestigend naar papa kijk. Hij knikt weer voorzichtig en kijkt naar dokter Voûte. Deze knikt bijna onzichtbaar terug. Bijna.....maar ik zag het. De dokter staat weer op. "Je word zo opgehaald", zegt hij. Ik krijg nog een hand en de dokter zegt dat hij me snel weer ziet.

Het is half 3....nog een half uur wachten.....papa heeft gezegd dat we naar de kelder moeten. Daar zit de prikkamer. De kamer waar iedereen heen moet als er een infuus gezet moet worden voor de chemotherapie. Het zal wel. Ik ben moe en wil het liefst even slapen. Mijn knie prikt en is nog dikker dan hij al was. Nu met een dikke snee met hechtingen erin. Er gebeurd zoveel en ik heb het idee dat ik overal amper de tijd voor krijg om aan te wennen. Vorige week lag ik nog in het ziekenhuis in Tilburg en nu lig ik hier op de afdeling der griezelfilms. Te wachten op mijn chemo.

Ik denk niet dat ik kaal word.

Ik denk niet dat ik misselijk word van de chemotherapie.

Ik denk niet dat ik dood ga.

Ik denk van niet............tóch? 

Het.....gebeurd....niet....IK WIL DIT NIET!! ©

-wát een week-

klik link in mijn verhalen van nu

A.s. zondag om 12.00 uur


«   »

Reactie plaatsen

Reacties

Maike
4 jaar geleden

Elke week weer..... kippevel! Maar ook: wat een bikkel was en ben jij!!!!! ๐Ÿ˜˜๐Ÿ’ช๐Ÿ˜ท๐Ÿ’ช๐Ÿ˜˜

Corry
4 jaar geleden

๐Ÿ˜ข๐Ÿ˜˜๐Ÿ˜˜

Zwannie
4 jaar geleden

โค

Karin van Abeelen
4 jaar geleden

๐Ÿ˜˜๐Ÿ˜˜๐Ÿ˜˜

Dorien
4 jaar geleden

Zo alleen.... zoveel vragen.... zoveel onzekerheden. En dat moet dan maar iemand van 12 maar kunnen dragen......snik.

Marielle
4 jaar geleden

Wat heftig weer... kippenvel ๐Ÿ˜˜

Huibert
4 jaar geleden

Heftig....โ€ฆ.

Marian
4 jaar geleden

Hartverscheurend weer Lysette...๐Ÿ˜ข

Han
4 jaar geleden

๐Ÿ˜˜๐ŸŒนโ™ฅ๏ธ