Het is vandaag 2 januari 1986. Ik lig boven alleen in mijn bed. Mijn hele mond ligt nu open. Aften, blaren, zweren en kloofjes. In mijn keel staan grote witte stippen. Praten gaat haast niet. Mijn tong zit ook helemaal vol met die nare dingen. Slikken is zelfs vreselijk en ik heb hoge koorts. Mijn weerstand is gedaald tot een nulpunt. Ook dit is een effect van de chemo. Dit komt, zoals eerder gezegd, meestal 10 dagen na de chemo. Ik eet en drink vrijwel niets. Mijn darmen zijn ook helemaal stuk van binnen. De darmwand is ook bekleed met slijmvlies en aangezien al mijn slijmvliezen kapot zijn, doen deze dus ook mee.
Ik voel me hondsberoerd. En ik lig alleen maar heel stil in bed. Ik kan niks, en ik wil niks. Papa heeft de dokter in Amsterdam gebeld om te vragen wat we kunnen doen. De dokter geeft aan dat dit erbij hoort en hij zegt dat de huisarts bloed moet komen prikken bij ons thuis. Dan kan hij precies zien wat er aan de hand is.
De bel gaat, ik hoor voetstappen op de trap. Na een korte klop op de deur staan er ineens 2 mannen in de kamer. Het zijn mijn leraar en directeur van mijn school. Ze blijven bij mijn voeteneind staan en kijken vanaf daar op mij neer. Ze hebben een speculaaspop meegenomen. Ik weet niet wat ik moet zeggen. Daarbij kan ik amper praten ivm de pijn in mijn mond. Ze vragen hoe het met gaat. Ik mompel dat het goed gaat. In gedachte wenste ik dat ze weg gingen. Ik voel me hier veel te ziek voor. Mijn moeder is er ook bij en praat een beetje met hun. Ik lig er een beetje voor spek en bonen bij. Ga weg, ga weg, ga weg, denk ik als een mantra. Er word over mijn hoofd gepraat over mij. Denkt iedereen dat mijn oren niet meer werken?

Eindelijk vertrekken ze, ik krijg een stevige hand en ze wensen me beterschap. Daarna zijn ze niet meer op bezoek geweest. Als ze vertrokken zijn ben ik misselijk, ik kom omhoog en probeer het gevoel weg te zuchten.
Ik begin te zweten en te rillen tegelijk. Ik voel me zo naar. Mijn kussen is nat van het zweet en ik wil het omdraaien. Als ik me omdraai om mijn kussen te pakken zie ik het....mijn hele kussen ligt vol met haar. Niet een paar haren, nee mijn hele kussen ziet bruin van mijn haar. "O nee", zeg ik zachtjes. Paniek in mijn buik. Ik pak de bel ( ook thuis heb ik een klingelbel) naast mijn bed en bel...en bel...en bel...mijn broer en mama komen naar boven. "Wat is er..?"
Ik wijs naar mijn kussen en voel tranen branden. Ze kijken er allebei naar en mijn broer kijkt naar mijn hoofd. "Ja, je hebt daar op je hoofd ook een hele kale pl...". Mijn moeder onderbreekt hem en zorgt dat ik niet hoor wat hij wilde zeggen. Maar ik heb het wel gehoord......een kale plek wilde hij zeggen. Mijn haar valt uit en ik word kaal. Ik voel me doodmoe en zak weer achterover. Mijn ogen vallen dicht en ik hoor de deur dicht gaan. Ik ben weer alleen en val in een onrustige slaap. Als ik een paar uur later wakker word voel ik me doodongelukkig. Papa is bij me en ik moet huilen. "Waarom heb IK dit? " zeg ik tegen hem. "Ik kan niet meer, het gaat maar door en door. Ik wil dit niet meer!" Tranen met tuiten komen eruit. Het is zoveel. Zo ziek, nog geen einde in zicht en een kaal hoofd. Ik heb vandaag een doffe inzinking. De ellende lijkt alleen maar groter te worden. Het voelt soms wel eens alsof ik enorm gestraft word voor iets dat ik niet gedaan heb. En waarom IK dan? "Liset? Zou je een pruik willen? Zodat je kale hoofd bedekt wordt? ", vraagt papa om me een beetje op te beuren. Ik knik. Ja, dat wil ik. Dan kies ik er 1 uit die er hetzelfde uit ziet als mijn eigen haar en dan ziet niemand iets! Het geeft me een beetje hoop. En zo val ik weer in een koortsige hoopvolle slaap.
Het is een dag later..mijn koorts is weg maar mijn inzinking niet. Het lijkt wel of ik hier meer last van heb als ik me lichamelijk iets beter voel. Dan is er wat energie voor mijn hersenen. De plekken in mijn mond zijn nog niet weg. Maar er komen er in ieder geval niet nog meer bij. De rolstoel staat in het midden van de woonkamer. In de stoel zit een lijkbleek mager meisje met een hoofd met kale plekken en bosjes haar dat vol klitten zit. Dit ben ik.....als ik er bij nadenk hoe ik er nu uit zie dan is dat een beeld dat niet bij de 'echte' Liset past. Ik was altijd slank maar niet mager, zeker niet zo mager als nu. Ik had mooi krullend bruin haar dat tot over mijn schouders viel en altijd een gezonde blos op mijn wangen. Ik was een vrolijk meisje dat altijd aan het zingen was. Ik was onbezorgd. Met de nadruk op WAS.
Vandaag is de koorts minder dan gisteren. Ik heb bloedarmoede bleek uit de bloedprik. Moeheid en lijkbleek is een gevolg hier van. Mijn moeder staat achter mij. We hebben besloten om de klitten uit mijn haar te knippen. Ik wil niet meer in de spiegel kijken sinds mijn haren uitvallen. Vanmiddag komt er iemand met pruiken naar ons huis. Mijn hoofd mag dan geen klitten meer hebben want dan past de pruik niet goed meer als ik helemaal kaal ben. Ik heb een handdoek om mijn schouders en mijn moeder staat met een schaar in haar hand. Ze pakt een pluk haar en wil het afknippen. Sinds mijn haren zo uitvallen durft mijn moeder mijn haren niet meer te borstelen. En ik heb er de energie niet meer voor. Terwijl mijn moeder het stuk haar oppakt en er de schaar in wil zetten trekt ze per ongeluk een beetje hard aan het haar en....het haar komt meteen los van mijn hoofd. Ze houd verbouwereerd het stuk haar vast. En zo gaat het met al het beetje haar dat nog op mijn hoofd zat. Op 1 sterke haar na. Voor op mijn hoofd zit ook een plukje haar dat in de klit zit maar deze komt niet los van mijn hoofd. Ik wil niet dat mijn moeder deze af knipt. Als het niet vanzelf gaat dan wil het ook niet forceren. Mijn hele hoofd is nu kaal. Op 1 klittig plukje haar na. Mijn moeder bind een sjaaltje om mijn hoofd met het plukje haar eronder. Het steekt een beetje onder het sjaaltje uit waardoor het lijkt alsof ik nog een beetje haar heb. Ik voel me te ziek om er iets bij te voelen....ik voelde me al vreselijk...dus dit kan er ook nog wel bij.

's Middags zit ik weer aan de eettafel in de woonkamer. Er komt een meneer binnen die meerdere koffers bij zich heeft. Voor mijn neus word een ovale spiegel neergezet. De meneer opent zijn koffers en aan kleine haakjes zitten een heleboel pruiken. Ik kijk er naar en zie meteen dat het er niet uit ziet. De meneer zegt dat mijn sjaaltje van mijn hoofd af moet. Ik schaam me en durf niet zo goed. Wat zal die man wel denken. Voorzichtig, zodat die ene haar met dat plukje niet uit mijn hoofd verdwijnt doet mijn moeder mijn sjaaltje af. Ik voel me naakt. En niet mezelf. Er worden meerdere pruiken op mijn hoofd gezet. Te blond, te zwart. En allemaal zijn het oude vrouwen modellen. Er zit werkelijk niks bij dat op mijn oude haar lijkt. Mijn humeur daalt. Ik had hier iets heel anders van verwacht. De meneer doet zijn best.
Het is een oude man en over elke pruik weet hij iets moois te vertellen als het op mijn hoofd staat. "Ik wilde graag langer haar, net zoals mijn echte haar", fluister ik. "Nee joh", zegt de man. "Dat gaat alleen maar weer klitten en word snel lelijk. Dat is niks. Kort is veel handiger." Weer word mij de mond gesnoerd. En word mijn mening van de tafel geveegd. Ik krijg een kort lelijk ding op mijn hoofd dat wat betreft kleur heel in de verte een beetje lijkt op mijn echte kleur haar. Verder snoei lelijk. "Jaaaa, dit is leuk hoor ik mij heen, en de kleur lijkt erop, toch? " Mijn vader, moeder en de oude man kijken me verwachtingsvol aan. Ik zie het en kijk weer naar mezelf in de spiegel. Van alle lelijkerds die er in de koffer zaten neem ik dan maar deze lelijkerd. Als hun er blij van worden dan is dat in ieder geval iets.. De rest leek in de verste verte niet op mijn eigen haar. "Kijk eens!", probeert mijn moeder opgewekt te zeggen. "Je kunt er ook een haarband in doen!" Ze pakt 1 van mijn diademen en zet hem op de pruik. Ik droeg altijd een haarband want ik had een hekel aan haren in mijn gezicht. De pruik staat op mijn hoofd, de diadeem erin. Ik kijk in de ovale spiegel die op tafel staat. Een mager en lijkwit gezichtje kijkt mij aan. Veel teveel haar in een te glimmend harig foeilelijk kort model mèt een diadeem erin kijkt me aan. "Dit ben ik zelf niet....", zeg ik,. Ik vind het aangezicht eng. Ik wil niet meer naar mezelf kijken. "Wil je deze? ", vragen mijn ouders zo opgewekt mogelijk? Ik knik maar ja........het is een kale kop of dit. Allebei geen gezicht. Ik wend mijn blik van de spiegel af. Dat meisje dat ik daar zie ben ik zelf niet...en over een week begint ook nog eens mijn volgende chemokuur.....©
Reactie plaatsen
Reacties
😢😢
😘😘
Hartverscheurend....😞
SNIK en SLIK......
Wow... Weer mooi geschreven ..... Ik werd er stil van! Wat n afschuwelijke tijd hebben jullie allemaal meegemaakt. Ik neem mijn petje af voor jullie allemaal ❤️
Pff💖😘
😘😘🍀
😥😥😥😥
Wat afschuwelijk toch,. Dat je dit moest meemaken...😘💋