Chemotherapie 4-5-6

35. 'Bloemige' nacht

Dit verhaal verdient een inleiding, omdat het voor mij (nog steeds) een heel aangrijpend verhaal is. Wekenlang heb ik het al uitgesteld. Elke keer niet wetende waar ik moest beginnen, of hoe ik het moest formuleren. Het is een verhaal dat vrijwel niemand kent en waar ik vrijwel nooit over gesproken heb. Zelfs niet met mijn ouders. Het is ‘gewoon’ gebeurd. Ik heb nooit de behoefte gehad om het te delen, ik wilde het voor mezelf bewaren. Maar het heeft wel veel met me gedaan. Toen, in mijn jeugd er na, en nu nog steeds. Het heeft mijn leven beïnvloed. 

Lees meer »

34. Waar ben je?

Tik-tik-tik. Mijn vingers en ogen zoeken de juiste toetsen. Als ik ze gevonden heb dan druk ik er triomfantelijk op. Ik lees de regels hardop voor zodat ik niets vergeet. Hé, ik zie dat ik ook rood kan typen. Gretig druk ik op de bijbehorende knop. Voor me staat een oude typemachine en naast me ligt een Jip en Janneke boek. Hele bladzijden typ ik over. Ik voel me best oké, maar lig vanwege mijn lage weerstand in de isolatiebox. Er mag geen bezoek komen behalve mijn vader en moeder. Om de verveling tegen te gaan mag ik typen. En dat vind ik heel erg leuk. Ik wil later misschien wel secretaresse worden, dan mag ik de hele dag typen. Later, dat lijkt nog ver weg. Zou ik ooit gewoon kunnen werken, weer naar school? Het typen gaat langzaam maar dat kan me niks schelen. Af en toe vliegen mijn dunne vingers tussen de aanslag toetsen door. Pijnlijk trek ik ze dan terug en probeer het opnieuw. Vanmorgen ben ik gewogen en ik woog nog maar 23 kilo. Ik ben een velletje met botjes. Mijn ogen staan hol in de oogkassen en mijn huid is grauw en spierwit tegelijk. Mijn blik is kil en nietszeggend. Mijn gevoelens staan ‘on hold’. Ik functioneer naar hoe ik me voel. Soms lig ik half bewusteloos in bed en soms wil ik ineens iets doen, zoals typen. Meer is er niet. Ik ben al lang gestopt met me af te vragen waarom sommige dingen zo zijn, en waarom ik me zo voel. Ik sta op overleving stand. Ik praat weinig, ik voel me te slecht en te zwak daarvoor. Mijn ouders weten dat als ik typ ik me redelijk voel, en als ik niks wil doen ik me te slecht voel. We communiceren zonder te praten. We zijn zo op elkaar in gespeelt dat dit voor ons, voor nu, genoeg is.

Lees meer »

33. Logeren

Ik ben weer terug op de afdeling en ik lig weer in mijn bedje. Het is rustig in het ziekenhuis. An, een oude door de wol geverfde zuster, heeft vandaag dienst. Het is een kleine dame en ze weet precies wat ze doet. Ze is streng en zakelijk. Maar toch op een manier die niet vervelend is. Ik lig met nog 1 meisje op de 8 persoons kamer. Ze heeft bezoek van haar broertje en zusjes en ze lachen heel wat af. Het is haast gezellig. De normaal zo stille afdeling is ineens een stuk levendiger. Er zijn weinig kinderen in behandeling op dit moment. Dat vind ik ergens fijn, want dat betekent dat er minder kinderen met kanker zijn. Van de andere kant vergroot dat mijn gevoel van eenzaamheid want ik lig hier nog wel. En ik ben nog niet klaar. Naast me hoor ik weer gelach. Ik draai mijn hoofd naar hun toe en lach met ze mee. 

Lees meer »

32. Perfectie

De 4e kuur is net achter de rug. Ik mag niet meer naar huis tussen de kuren door zoals bij de eerste 3 keer. De eerste keer viel de terugslag na ongeveer 10 dagen wel mee. Maar de tweede keer begon de terugslag erger te worden en de derde keer was het enorm. Beide keren kwam ik op de isolatie terecht. Ik krijg 2 verschillende soorten chemotherapie, Adriamycine en Cisplatinum. De eerste is het knalrode goedje dat via de drie rode spuiten binnenkomt, het tweede is via het infuus. Deze heeft de zak met het doodshoofd er op. Beiden zorgen ervoor dat de aanmaak van bloedcellen op elk niveau gigantisch omlaag dondert na ongeveer een dag of 10. Waardoor je totaal geen weerstand meer hebt, geen bloedplaatjes meer maakt, die nodig zijn voor je stolling. Een minimum aan rode bloedcellen enz. Mijn lichaam functioneert dan alleen nog een beetje met (bloed) transfusies en voedingsstoffen en vitamines krijg ik dan ook via een infuus. Sondevoeding is onmogelijk want ik spuug alles er weer uit. Na de bloedingen in mijn ogen en de opnames in het ziekenhuis die altijd nodig waren na de kuren hebben ze besloten dat ik nu hier moet blijven. Ook om te voorkomen dat ik weer met de ambulance vanuit Goirle naar Amsterdam vervoerd moet worden.

Lees meer »